Aansprakelijkheid en bestuurders in de BV
Als bestuurder van een besloten vennootschap is het wél mogelijk om in privé aansprakelijk gesteld te worden voor schade die voortvloeit uit wanbestuur van de onderneming. Dit kan echter alleen als de wederpartij dit kan aantonen en bewijzen. Enkele oorzaken die tot bestuursaansprakelijkheid zouden kunnen leiden:
- Bestuur handelt in strijd met de statuten.
- Bestuur haar taak onbehoorlijk vervult
- Bestuur haar vertegenwoordigingsbevoegdheid overschrijdt, terwijl anders is overeengekomen in de statuten
- Bestuursaansprakelijkheid bij ‘kennelijk onbehoorlijk bestuur’ en aannemelijk geworden is dat het faillissement het gevolg is van dit wanbeleid.
Kortom: Als u als bestuurder uw werk niet goed doet kan dit tot problemen leiden.
Omgekeerde bewijslast
Zodra er sprake is van een faillissement en een curator benoemd is voor de afwikkeling, dan heeft de wetgever de curator een bewijsrechtelijke voorsprong gegeven als de administratie niet is bijgehouden of de jaarstukken niet op tijd zijn gedeponeerd. Het bestuur zal dan moeten aantonen dat het nalaten van de administratie en jaarstukken niet heeft geleid tot het faillissement.
Deze bewijsrechtelijke positie bewijst het belang van het bijhouden van de administratie en het op tijd deponeren van de jaarstukken. De jaarrekening moet uiterlijk binnen 13 maanden na het eindigen van het boekjaar openbaar gemaakt zijn. Daarnaast moet deze jaarrekening een juist en werkelijk beeld geven van de financiële positie van de vennootschap.
Aansprakelijkheid en aandeelhouders in de BV
De aansprakelijkheid van een aandeelhouder is in beginsel beperkt tot de ‘waarde’ van de aandelen. Aandeelhouders kunnen dus in beginsel niet aangesproken worden voor eventuele schulden van de vennootschap. Het enige risico dat zij lopen is het ‘waardeloos worden van de aandelen’.